Ik heb me goed voorbereid op de tunnels onderweg. Ik heb natuurlijk mijn eigen verlichting op de trekker, maar ik heb extra zwaailichten meegenomen om andere verkeersdeelnemers te kunnen vragen mij te begeleiden als het nodig is. De bijna 25 kilometer lange Lærdalstunnel is wereldberoemd, maar die heb ik overgeslagen door over de berg heen te rijden. Ik verheug me nu al op de tunnel naar het eiland van de Noordkaap.
De Noordkaap ligt op het eiland Magerøya. Om daar te komen moest je tot het jaar 2000 een pond nemen. Inmiddels is er een tunnel gegraven. Een heel bijzondere! In de tunnel stroomt (zoals zo vaak in Noorwegen) veel water langs de wanden naar omlaag. In de winter als dit water bevriest, ontstaan er gevaarlijke situaties voor het verkeer. Daarom is er in de tunnel een aantal deuren aangebracht die ’s winters afgesloten worden. Zij zorgen ervoor dat de temperatuur niet onder het vriespunt komt. Zodra er verkeer door de tunnel nadert, openen de deuren zich een voor een automatisch – als lakeien voor een koninklijke gast. Dat zal voor mij niet gebeuren, want het is gelukkig ver boven het vriespunt.